Het dier is al weg, maar je kunt nog steeds zien dat het er geweest is. Hoe? Door poep, loopsporen, haren en veren of vraatsporen. De kinderen proberen uit te vinden van welk dier de sporen zijn, die in de leskist zitten. Daarna gaan ze naar buiten om zelf sporen te zoeken en een gipsafdruk te maken van een pootafdruk (op locatie).