Een libelle is een insect dat een onvolledige gedaantewisseling ondergaat: van ei naar larve, en naar volwassen insect. Eitjes legt een libelle meestal in het water. Eitjes komen na enkele weken of zelfs na enkele maanden uit. Uit het eitje groeit een larve. De larven verblijven van een paar maanden tot vijf jaar onder water. Ze zijn zeer vraatzuchtig en jagen op kleine waterdiertjes en zelfs kleine visjes. De larve vervelt een aantal malen. Een volgroeide larve vervelt nog een laatste keer, tot een volwassen libelle. Ze heeft hiervoor oeverplanten nodig. Ze klimt enkele tientallen centimeters omhoog, werpt haar infantiele huid af en begint aan haar volwassen, vruchtbare leven.
Niet alleen libellen hebben oeverplanten nodig. Oeverplanten zijn ook een belangrijk leef-, broed-, paai- en rustgebied voor insecten en andere dieren. Ze vormen een natuurlijke overgang tussen nat en droog. Ze zijn belangrijk voor de helderheid van het water en nemen het overschot van voedingsstoffen op.