Wat kun je zelf doen? Maak een rommelhoekje!
De meeste bodemdieren zijn klein, maar doen grootse dingen voor de natuur. Doe mee en maak kennis met je onderburen die ook bij jou in de buurt de bodem gezond houden. Want we lopen daar meestal aan voorbij – zonder echt aandacht te hebben voor die vaak onzichtbare en minder aaibare ‘underdogs’ onder de grond.
Bodemdiertjes schuilen graag in een berg van takken en bladeren. Ze maken er een fijn plekje om te wonen. Als het er maar lekker donker, vochtig en beschut is.
Wie zijn die bodemdiertjes nu precies? We hebben er op onze seizoenskaart 5 voor je geselecteerd:
- Slak >> een echte planteneter én opruimer. Huisjesslakken hebben hun huisje altijd bij de hand, maar naaktslakken verschuilen zich en komen alleen tevoorschijn als het heeft geregend. Anders drogen ze uit.
- Duizendpoot >> Een vleeseter, hij is zo goed als blind en leeft dus volledig op de tast met behulp van zijn voelsprieten.
- Regenworm >> Kampioen dode blaadjes eten! Je vindt hem vooral onder de grond, tenzij het heel hard regent want dan moet de regenworm er voor zorgden dat hij niet in een gang vol water komt vast te zitten.
- Oorwurm >> De Oorwurm is een alleseter en opruimer en verstopt zich graag in bloemen of tussen bladeren.
- Pissebed >> Een opruimer van wereldformaat! Eet dood hout en gevallen bladeren. Een pissebed heeft kieuwen en daarom moet het lekker vochtig zijn om goed te kunnen ademen.
Ze zijn erg belangrijk voor het gezond houden van de bodem. Zo eten ze resten op van dode planten en dieren en dat wat ze uitpoepen is dan weer super goede voeding voor de bodem. Ook houden bijvoorbeeld regenwormen met al hun gekronkel en gewoel de bodem lekker luchtig.
Hoe kunnen we de bodemdiertjes zoals de regenworm, pissebed en duizendpoot een handje helpen? Door een fijne, donkere, vochtige schuilplaats voor ze te maken.
Richt een of meerdere hoekjes in je tuin in als rommelhoekje: Veeg wat bladeren en takken bij elkaar en laat dit liggen. Misschien vind je nog wat stenen of een mooi stuk boomstam voor erbij.
Kijk na een aantal dagen of je onder zo’n steen al wat diertjes kunt vinden. Laat ze daarna weer lekker met rust, zodat ze hun werk kunnen doen.
